In this interview by Emmanuel Naaijkens Louis describes it as follows:
"Like my ancestors I am a genuine outdoor man. While daydreaming in my cottage at the water in my nature reserve, countless topics emerge. Monet’s waterlily paintings just appear in front of you in the pond water."
Below this line you can find the full interview in Dutch. When translation is available it will be published on this page.
Meer dan veertig jaar was LouisVanDenMeijdenberg (1949) actief als fotograaf. Ruim twee jaar geleden zette hij de eerste schreden op het gebied van de schilderkunst. In dit interview vertelt hij over zijn jeugd, de natuur als inspiratiebron en de overeenkomsten tussen fotografie en schilderen.
Door Emmanuel Naaijkens
LouisVanDenMeijdenberg is uit een boerenoverall geschud. Hij werd geboren op een boerderij aan het Hildsven in Moergestel. In een tijd dat er voor vele boerenzonen nog een toekomst weggelegd leek in de agrarische sector. Vader Cornelis – Nillis – deed, net als zijn broers Janus, Jan, Marinus, Harrie, Frans en opa Frans, in koeien en stieren. Met deze geweldenaren ging hij letterlijk de boer op om koeien te bevruchten. Rond de ouderlijke boerderij liep ook wat kleinvee rond en pluimvee.
Met een voet buiten de deur stond de jonge Louis al in de natuur. Hij trok er vaak op uit met zijn vriendje Jan om de buurt te verkennen. En om kattenkwaad uit te halen. De natuur, dat was toen al iets indrukwekkends voor Louis. Het rook naar avontuur, naar het onbekende, maar het was vooral de schoonheid die hem intrigeerde. Al kwam hij daar later pas achter. En als je het over schoonheid hebt is het maar een kleine stap naar de Schone Kunsten. Maar dat moest hij zelf ontdekken, van huisuit kreeg hij dat niet mee.
"Als boerenzoon werd je niet zo geconfronteerd met de schoonheid van alles wat er op deze wereld is. Het was gewoon werken op de boerderij en alles eromheen." Dat hij niettemin al jong ingewijd werd in de kunsten is een wonderlijk verhaal. In de buurt woonde op een landgoed een vrijgezelle rijke heer, Johnny Haslinghuis. Die betrapte Louis en zijn vriendje op een dag toen ze een vogelnest wilden uithalen. In plaats van straf werden ze uitgenodigd in de villa en werden getrakteerd op snoep en limonade. Het zou het begin worden van een jarenlange band. “Die meneer was een estheet. Hij hield van kleine en mooie jongens van een jaar of tien twaalf, waar ik er eentje van was.” Haslinghuis was een kunstliefhebber, die in het dorp, ondanks zijn wat excentrieke uitstraling, een geziene figuur was. Zelfs de pastoor was op zijn hand, maar dat had volgens Louis ook te maken met de gulle giften die hij aan de parochie deed.
Op een dag vroeg Haslinghuis aan Louis of hij zin had om met hem, in zijn Chevrolet Impala, een reis naar Zwitserland te maken. Zijn moeder keek aanvankelijk bedenkelijk, maar stemde toe op voorwaarde dat vriendje Jan ook mee zou gaan. "Vanaf dat moment zijn we drie, vier keer per jaar, heel Europa doorgereisd. We bezochten musea, kerken, oude binnensteden, luisterden naar klassieke muziek. Zo werd ik gevormd."
Fronste er dan niemand de wenkbrauwen? Een vrijgezelle heer die het gezelschap zoekt van jonge knapen? Louis heeft zich nooit enig moment bedreigd gevoeld. Het was zuiver platonisch.
Op een keer vertelde Louis aan Haslinghuis dat hij wel iets creatiefs wilde doen. "Ik kreeg van hem een fotocamera en drukte zelf de negatieven af in een klein dokaatje. De foto’s liet ik aan hem zien, en daar had hij dan veel kritiek op. Want ik was te haastig, ik moest meer kijken voor ik een foto maakte. Zo begeleidde hij me in mijn ontwikkeling in de fotografie."
Al gauw kruiste Louis het pad van de plaatselijke amateurkunstenaar Pierre Wolfs (1935 – 2001). Deze vrijgezel genoot in Moergestel bekendheid om zijn impressionistische aquarellen van het landschap. In hem vond Louis een artistieke geestverwant en leermeester. Een kritische leermeester, want Wolfs verscheurde zijn eigen werk als hij niet honderd procent tevreden was over het resultaat. Een hang naar perfectionisme die ook Louis kenmerkt.
"Met hem ging ik het veld in. Hij met een schetsblokje en ik met mijn cameraatje. Zo rond 1970 hebben we samen in Moergestel de eerste tentoonstelling gehouden. Pierre vooral met aquarellen en ik met foto’s. Over enkele foto’s ontstond wat opwinding in het dorp want dat waren foto’s van naakte vrouwenlichamen, dat lag toen nog heel gevoelig", vertelt Louis lachend.
En Louis kwam nog wel eens over de vloer bij de familie Spaninks. Die waren zelf niet actief op dat gebied; het waren gewone arbeiders, maar ze waren wel kunstliefhebbers. "Als het over opera ging, of over schilderen en Van Gogh, daar wisten ze alles van. Dat was heel erg boeiend, ik kon daar uren naar luisteren."
Via Pierre Wolfs leerde Louis Joop Deelman (1916 – 1998) kennen, een kunstenaar die oorspronkelijk uit Amsterdam kwam en in Moergestel was neergestreken. "Met Joop heb ik stad en land afgereisd, lief en leed gedeeld. Altijd in het Brabantse, soms in Amsterdam. We kwamen zelfs op woonwagenkampen. Waarom? Hij was op zoek naar beeld, ik was op zoek naar beeld. En Thérèse zijn vrouw was op zoek naar verhalen. Altijd ging het over mooie dingen, over de schoonheid van de Kampina, of een ven, of van spiegelend water."
Bij Joop thuis ontmoette Louis de directeur van de filmacademie in Warschau. Een gerenommeerde opleiding waar bijvoorbeeld Polanski les heeft gehad. "Ik wilde oorspronkelijk in de filmindustrie. Die directeur zag mijn foto’s en zei: je kunt meteen bij ons op de academie beginnen. Alleen, het onderwijs is in het Pools, dus ik adviseer eerst een jaar te gaan werken in Polen om zo de taal onder de knie te krijgen. Dat was voor mij een brug te ver, dat zag ik niet zitten."
Het werd de FotoVakschool in Den Haag, die Louis met succes doorliep. Hij deed stage bij diverse bedrijven en werkte bij Studio van Dusseldorp in Tilburg. In 1976 vond hij de tijd rijp om een eigen zaak te openen in Moergestel. Een winkel annex studio aan het Rootven, en een fotolaboratorium aan de Prinses Beatrixstraat. Hij exposeerde nog wel foto’s in diverse galerieën en in het oude gemeentehuis, maar het artistieke werk kwam steeds meer in de knel. Want zakelijk ging het voor de wind met zijn onderneming, en de groeiende stroom opdrachten en de organisatie van het bedrijf slokten al zijn aandacht op. "Je zit in een molen waar je niet zomaar uitstapt, het creatieve komt dan in de verdrukking. Ik heb nog wel eens een poging gewaagd, maar dat werd niks. Ik kon mijn kop niet leegmaken."
Maar het vuurtje bleef binnenin smeulen. "Zo tegen mijn zestigste begon ik me steeds meer af te vragen: wat wil ik eigenlijk nog met mijn leven. Ik was al die jaren ook heel actief geweest in het sociale leven. Toen heb ik de knoop doorgehakt en besloten dat ik me op het schilderen zou toeleggen."
En waarom niet doorgegaan in de fotografie?
"Dat zou het meest logisch zijn geweest, ja. De veranderingen in de fototechnieken met de digitalisering, het fotoshoppen, dat alles wordt gemanipuleerd en bewerkt – dat vond ik voor mezelf een gepasseerd station. Ik zag zo ontzettend veel mensen die toen in het vak van fotografie doken. Dat was niet de weg waar ik mee door wilde gaan."
In zijn bedrijf PLM deed het materiaal epoxy zijn intrede. Een transparante kunsthars om foto’s van een beschermlaag te voorzien. Louis bedacht om te gaan experimenteren met acrylverf en epoxy. [Zie ook biografie]
Hoe kom je tot je onderwerpen?
"Die liggen voor de hand, omdat ik als natuurmens [hij heeft ook een eigen natuurgebiedje, ontwikkeld samen met Brabants Landschap] zo dicht bij die natuur leef."
Je bent net als je voorouders een echte buitenmens?
"Dan zit ik in mijn huisje aan het water in mijn natuurgebiedje een beetje weg te dromen. Oneindig veel onderwerpen dienen zich aan, het zijn de schilderijen van Monet die daar voor je neus liggen. De waterlelies met de reflecties in het water. Dan denk je wel: dat heeft Monet al geschilderd. Moet ik er dan nog wel aan beginnen, want zo mooi als Monet zal mij nooit lukken. Maar alles is al eens ooit gemaakt in deze wereld, denk nou niet dat je iets origineels kunt maken. Ik niet, niemand. Maar het zit in het eigene."
Spreekt het impressionisme als stroming je aan?
"Nou, het zit meer in de overgang van impressionisme naar expressionisme. Dat is meer nog dan de impressie. Het is een combinatie van alle twee."
Waar houdt het impressionisme op en begint de expressie?
"Impressionisten hebben een vrij realistische schildering, verfijnd. En expressionisme is wat grover van opzet, niet meer die verfijnde lijntjes enzovoorts. Grotere vlakken. Die hoek vind ik het mooist, maar altijd wel met een tintje van herkenbaarheid."
Speelt het feit dat je fotograaf bent een rol in je werk?
"Dat is een combinatie. Enerzijds ben je als fotograaf al gewend om te kijken, om te focussen op details. Dus dat neem je mee in dit verhaal. En vanuit het laboratorium vak ken je de kleuren, het mengen, dat heeft ook invloed. Omdat je heel gemakkelijk met kleuren kunt spelen. Die twee, zowel het fotograferen en het zien en kijken naar details, als die techniek van kleuren zijn medebepalend."
Is de essentie van fotografie details zien?
"Fotografie behoort te zijn schrijven met licht. En zeker in den beginne, toen fotografeerde ik bijna altijd alles met bestaand licht. Tegenwoordig zouden ze zeggen: dat is toch heel simpel! Nee, toen niet. Je had een film van hooguit 400 ASA, en nu kun je een digitale camera opschroeven tot wel 15.000 ASA. Het was echt de lichtval waar je naar op zoek was, het was spelen met het licht. Een beetje een strijklicht erover, zeg maar de Rembrandtschool. Met dat verhaal ben ik begonnen, dat was het allermooiste, dát was fotografie."
Is voor jou de lol er vanaf met de komst van de digitale camera?
"Dat is wel medebepalend geweest ja. Om een voorbeeld te geven, studenten die hier op excursie komen vertel ik: als ik vroeger een trouwreportage moest maken, en die mensen moesten vijftig foto’s in hun boek geplakt hebben, dan nam ik vijf rolletjes mee van 12 foto’s voor op mijn Hasselblad. Dus je moest erg goed nadenken voor je knipte. Als die jonge gasten nu een foto maken, dan knippen ze maar door. Voor een reportage misschien wel duizend of vijftienhonderd opnames. Waarom doe je dat, vraag ik. Antwoord: omdat er dan wellicht wel een paar goede tussen zitten. Maar zeg ik dan: je kijkt dan als fotograaf toch niet meer? Er wordt niet meer gekeken, schrijven met het licht is de essentie. Die generatie van nu is aan het registreren."
Dat ‘schrijven met licht’ vind jij terug in het schilderen?
"Ja, het spelen met licht en kleurtjes. En dat bouw je op. Of dat nou in lagen is, of in de breedte en de hoogte."
Is dat vergelijkbaar met wat je vroeger in de doka deed. Het spelen met licht en donker?
"Goh ja, nu je het zo zegt. Nou worden een hoop dingen duidelijk. Ik was altijd aan het experimenteren in de donkere kamer en dan kom je tot de meest vreemde ontdekkingen."
Dus je bent weer terug naar je oorsprong met je schilderen?
"Ja, dat is waar! Het allerbelangrijkste is dat je plezier beleeft in wat je doet. Het moet je positieve energie geven. Lekker bezig zijn…"
LouisVanDenMeijdenberg heeft zijn atelier tijdelijk in een gedeelte van zijn bedrijf. ’s Avonds, als de arbeid erop zit, of in het weekend, staat hij daar achter zijn schildersezel. Dan is hij in zijn element en vliegt de tijd om. “Het is voor mij een speeltuin, ik voel me er gelukkig.” Toch peinst hij er niet over om de zaak vaarwel te zeggen en zich in zijn atelier alleen nog met het scheppen van kunst bezig te houden. Het zit niet in zijn aard om dag in dag uit alleen in een hutje op de hei te schilderen.
"Het gaat om een goede balans tussen mijn dagelijkse werk en het schilderen. Overdag ben ik ook bezig met het maken van mooie dingen, weliswaar voor anderen, maar dat is ook een genot."
Ondanks zijn gemengde gevoelens over de digitale fotografie, maakt hij met zijn mobieltje foto’s als hij een mooi tafereel ziet dat nog wel eens van pas kan komen. "Dan zie ik een prachtig wolkendek en denk ik: oh, wat mooi! Knip knip. En het kan goed zijn dat dat wolkendek ergens een keer in die geest terugkomt in een schilderij."
Net zoals Pierre Wolfs dat met zijn schetsboekje deed?
"Hetzelfde effect, inderdaad."
Heb je er geen spijt van dat je niet meteen naar de kunstacademie bent gegaan toen je jong was?
"Fotografie was voor mij kunst, daar kon ik volop mijn ei in kwijt. Ik kan nu wel zeggen: had ik meteen maar voor de schilderkunst gekozen. Daar kun je lang over lullen maar daar schiet je niks mee op. Nee, ik heb er geen spijt van. Ik ben heel blij geweest met alles wat ik gedaan heb."